Nonnetje | ![]() |
Nederlandse naam
Nonnetje.
Wetenschappelijke naam
Macoma balthica (Linnaeus, 1758).
Behoort tot de
Tweekleppigen (Bivalvia).
Belangrijkste kenmerken
Een vrij stevig, bol schelpje, driehoekig van vorm met één kant iets toegespitst. De top steekt iets uit. De mantellijn heeft een duidelijke uitwendige bocht.
Grootte
Tot 3 cm lang en 2,5 cm hoog.
Kleur
Vaak heldere kleuren: wit, geel, oranje of roze, eenkleurig of met banden rond de top.
Voorkomen in Nederland
Algemeen, plaatselijk met zeer veel exemplaren bij elkaar. Losse kleppen en doubletten spoelen regelmatig aan.
Leefomgeving
Nonnetjes leven tot 6 cm ingegraven in het zand, op dieptes tot 15 meter.
Vergelijkbare soorten
Het Nonnetje, de rechtsgestreepte platschelp en de tere platschelp lijken op elkaar. Het nonnetje is steviger en driehoekiger. Soms worden er oude kleppen van het ovaal nonnetje gevonden. Deze schelp van deze soort is platter dan die van het nonnetje en de top ligt iets uit het midden.
Naamgeving
In Noord-Nederland is een non het knopje op een priktol, in Zuid-Nederland een hele priktol. Of de naam hier vandaan komt, is niet bekend.
Weetjes
Het Nonnetje heeft een sterke slotband, waardoor er vaak doubletten aanspoelen.
Een nonnetje wordt maximaal 7 jaar oud en graaft zich naarmate hij ouder wordt steeds dieper in. De ouderdom is af te lezen aan de groeiringen op de schelp.
Het Nonnetje kan goed tegen koude winters. Tijdens een zachte winter verliezen nonnetjes meer lichaamsgewicht dan tijdens een koude winter. Na een koude winter verschijnen grote aantallen eieren. Waarschijnlijk wordt dit ook veroorzaakt door het feit dat krabben en garnalen na de kou later te voorschijn komen. Eitjes van van nonnetjes staan namelijk op het menu van deze dieren.
Referenties
Nederlandse naamlijst van de weekdieren (Mollusca) van Nederland en België
|
|||||||
Veldgids Schelpen
|
|||||||
Gids van kust en strand: flora en fauna
|
|||||||
Schelpen en andere zeedieren. Zoeken, verzamelen en benoemen
|
|||||||
Het Zeepaard
|